Bevindingen tweede fase toekomstverkenning nieuwkomersonderwijs

In de afgelopen maanden heeft adviesbureau Berenschot in 14 sessies met een groot aantal betrokkenen gesproken over de toekomst van het nieuwkomersonderwijs. Tijdens deze tweede fase van de toekomstverkenning is gesproken over de doorstroom, expertise, samenwerking, inrichting en kwaliteit van het nieuwkomersonderwijs, toetsing en randvoorwaarden.

Er is gesproken met mensen vanuit verschillende invalhoeken (po en vo, mbo, passend onderwijs, schoolleiders, leraren, leerlingen, gemeenten en andere geïnteresseerden). De gesprekken gingen onder andere over een betere doorstroom van nieuwkomers waarbij de talenten van leerlingen zo goed mogelijk benut worden, het inspelen op de behoeften en talenten van studenten en over de samenwerking.

In de gesprekken werden de volgende aandachtspuntenpunten benoemd:

De overgang naar het reguliere onderwijs zou minder abrupt moeten plaatsvinden, waarbij een goede verbinding tussen de taal- en vervolgschool belangrijk is. Een schakelcoach kan hierbij begeleiden. Er is behoefte aan extra ondersteuning voor taal, want het leren van de taal kosten meer tijd dan 1 of 2 jaar.

Daarnaast hebben de nieuwkomers tijd nodig om te landen; een landingstraject. Het behouden van de expertise moet geborgd worden. De samenwerking is verschillend georganiseerd, evenals de rol van de samenwerkingsverbanden. Daarnaast is er gesproken over de overstap naar het mbo en de toetsing in het mbo.

Na de presentatie van het bovenstaande door Berenschot zijn door de kerngroepleden onder andere de volgende opmerkingen gemaakt:

• Onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer komen nog onvoldoende terug in het verhaal;
• Belangrijk om onderscheid te blijven maken in PO, VO en mbo, maar wel de gezamenlijke opdracht zichtbaar maken;
• Ook aandacht voor de 17+ groep;
• Taalontwikkeling is de rode draad in het verhaal.

Berenschot levert naar aanleiding van de toekomstverkenning een aantal scenario’s aan bij het ministerie van OCW. Deze scenario’s zijn zo concreet mogelijk en worden getoetst met het veld en met de kerngroep. Het conceptrapport wordt eind september verwacht.

Meer weten?

Op de website van Berenschot vind je meer informatie over de bijeenkomsten en bevindingen.