In de Kamerbrief van 15 juli geeft minister Dijkgraaf de kaders aan voor de Werkagenda mbo die kort na Prinsjesdag wordt gepresenteerd. Deze werkagenda is de opvolger van het bestuursakkoord “Trots, vertrouwen en lef’ dat de MBO Raad in 2018 sloot met het vorige kabinet en eind dit jaar afloopt.
Ingrado kan zich goed vinden in de drie prioriteiten die in de Werkagenda mbo worden uitgewerkt. Daarbij willen we wel opmerken dat, als de rol van en de samenwerking met RMC verder wordt uitgewerkt in de Werkagenda mbo, wij graag willen meedenken vanuit onze achterban.Tevens zien wij als extra prioriteit een eenduidig aanwezigheidsbeleid op het mbo, voor zowel studenten van 18- als 18+, in samenwerking met leerplicht en rmc.
Minister Dijkgraaf benadrukt dat het mbo een cruciale rol speelt in onze economie en van essentiële waarde is voor onze samenleving. Mbo, wo en hbo studenten hebben allen eigen waarden en unieke kwaliteiten – toch worden mbo studenten vaak niet gelijkwaardig behandeld. Ook mbo-studenten moeten mogelijkheden krijgen om de talenten waarin ze uitblinken verder te ontwikkelen.
De Werkagenda mbo heeft drie prioriteiten:
1.Kansengelijkheid:
-
het uitbannen van stagediscriminatie
-
het intensiveren van de aanpak voortijdig schoolverlaten
-
het versterken van de begeleiding van kwetsbare studenten van school naar werk
-
het verder inzetten op doorlopende leerroutes
-
het waarborgen van sociale veiligheid, gelijke behandeling en welzijn van studenten
-
het verbeteren van de kwaliteit van burgerschapsonderwijs
Wat betreft het intensiveren van de aanpak voortijdig schoolverlaten wordt er meer ingezet op maatwerk voor jongeren op mbo niveau-2, door kleinere klassen en extra begeleiding. Deze extra begeleiding richt zich niet alleen op school, maar ook op de fase daarna in de uitstroom richting werk of dagbesteding. Hiervoor is een goede afstemming tussen partijen op regionaal niveau noodzakelijk. Ook is het belangrijk dat de rollen van het onderwijs, Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (rmc) en het gemeentelijk werk- en inkomensdomein helder zijn.
Zoals aangekondigd in de Voorjaarsnota wordt rmc uitgebreid naar de leeftijd van 27 jaar. Rmc legt proactief contact met jongeren die stoppen met school of geen werk hebben en gaat samen met de jongere op zoek naar een passende plek, in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Hierdoor blijven jongeren zonder startkwalificatie in beeld. Rmc kan schakelen tussen onderwijsinstelling en gemeente, om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip vallen.
2. Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt
-
het helpen en stimuleren van jongeren (en volwassenen) om kansrijke opleidings- en arbeidsmarktkeuze te maken
-
het stimuleren van intensieve samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven o het beroepsonderwijs uitdagen en innovatief te houden
-
het stimuleren op-, om-, en bijscholing van de beroepsbevolking, duurzame inzet en een op skills gerichte arbeidsmarkt
3. Kwaliteit, onderzoek en innovatie
-
elke student een goede basis in het mbo, oa het beheersen van basisvaardigheden, burgerschapsonderwijs verbeteren en digitale vaardigheden van studenten.
-
toekomstbestendig en innovatief mbo
Caribisch Nederland
Voor Caribisch Nederland komt een bredere bestuurlijke onderwijsagenda voor het hele onderwijs (po, vo en mbo). De minister werkt ook aan een wetsvoorstel waardoor het mbo in Caribisch Nederland onder de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) valt, zodat er voor het hele mbo gelijke kwaliteitsnormen en kaders bestaan.
Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.