In Nederland bestaan er drie examenvoorzieningen voor het behalen van een vo-diploma: regulier voortgezet onderwijs (vo), voortgezet algemeen volwassenonderwijs (vavo), en staatsexamens vo. Veruit de meeste leerlingen doen succesvol examen via het reguliere vo, een kleiner deel via het vavo of het staatsexamen. Op dit moment bestaat de helft van de staatsexamenkandidaten uit leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (hierna: vso). Normaal bieden deze voorzieningen samen, vanwege hun verschil in systematiek, voor elke examenkandidaat een passende route naar een gelijkwaardig diploma. Dat is nu nog niet het geval.
Uit onderzoek van Oberon blijkt dat met name examenkandidaten met een ondersteuningsbehoefte op dit moment niet altijd gebruik kunnen maken van de meest passende route naar het diploma, waardoor ze niet altijd het beste van zichzelf kunnen laten zien. Het gaat zowel om leerlingen in het regulier vo, als om leerlingen in het vso die het uitstroomprofiel vervolgonderwijs volgen. De afgelopen jaren zijn er stappen gezet om het staatsexamen te verbeteren, zoals een extra herkansing voor diplomakandidaten en betere vakinformatie. Er is echter meer nodig om tot een passend eindexamen voor vso-leerlingen te komen. De kamerbrief van staatssecretaris Paul schetst een visie op een inclusief examenlandschap waarin elke leerling toegang heeft tot een passend examen. Door betere samenwerking, regelgeving en informatievoorziening wordt gewerkt aan een systeem dat beter aansluit op de behoeften van leerlingen, zonder afbreuk te doen aan de waarde van het diploma.
Om bovenstaand doel te kunnen bereiken is een belangrijke voorwaarde dat er binnen het reguliere eindexamen voldoende ruimte is om het passend te maken voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. In opdracht van OCW heeft Oberon een onderzoek uitgevoerd naar de doelgroepen van de verschillende examenvoorzieningen. Dit onderzoek geeft inzicht in welk type leerling gebruikmaakt van een bepaalde voorziening en hoe leerlingen deze voorziening ervaren. Het onderzoeksrapport is toegevoegd als bijlage bij deze mail. De uitkomsten van het onderzoek naar de doelgroepen van de examenvoorzieningen laten zien dat dat met name voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, onder wie leerlingen uit het vso, de drie examenvoorzieningen niet als volledig passend worden ervaren. Ook valt op dat er verbetering nodig is rondom de informatievoorziening. Naast het onderzoek hebben gesprekken met het onderwijsveld en sectororganisaties plaatsgevonden, waaruit bleek dat knelpunten die door Oberon zijn geïdentificeerd, werden herkend.
Op een aantal specifieke punten die uit het Oberon-onderzoek en de gesprekken met het veld en de sectororganisaties naar voren kwamen, knelt de huidige regelgeving of zijn aanpassingen in de uitvoering hiervan nodig. Daarom worden in 2025 de volgende stappen gezet:
• Leerlingen die door bijzondere omstandigheden, zoals langdurige ziekte, niet in staat zijn om onderwijs te volgen in alle eindexamenvakken kunnen het reguliere eindexamen nu al spreiden over twee jaar. Om meer ruimte te bieden aan met name leerlingen in het vso wordt deze regeling uitgebreid zodat er een derde jaar kan worden toegevoegd.
• De regelgeving over de deskundigenverklaring die nodig is om bepaalde aanpassingen aan het eindexamen te doen wordt onder de loep genomen. Onderzocht wordt of deze voldoende ruimte biedt om daadwerkelijk passende aanpassingen aan het examen te kunnen doen.
• Er wordt een verkenning gedaan van de mogelijkheden om resultaten van vervroegd afgelegde examens te behouden bij afstroom voordat het volledige eindexamen is afgelegd. In het verlengde hiervan wordt ook onderzocht hoe de overstap naar een andere examenvoorziening kan worden verbeterd als een leerling vanwege ziekte of persoonlijke omstandigheden het examen niet kan afronden op de eigen school.
• Eveneens worden de mogelijkheden verkend om het vavo ook beschikbaar te maken voor vmbo-bb- en -kb-leerlingen voor avo-vakken nadat de leerling is gezakt en (in het verlengde daarvan) of de leeftijdgrens voor uitbesteding aan het vavo verlaagd kan worden naar 15 jaar voor leerlingen die zijn gezakt.