Artikel

Vier moties tweeminutendebat mbo aangenomen

25 juni 2024

Terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters moet de hoogste prioriteit hebben vinden de indieners van vier moties. Wat vragen ze?

Het tweeminutendebat was ingepland naar aanleiding van het commissiedebat mbo van 16 april. Het gaat om moties over het bevorderen van her-instroom in het mbo, in kaart brengen van uitvallers in samenwerking met gemeenten, inzetten op flexibelere instroommomenten en vasthouden aan de vsv-doelstelling. Verschillende kamerleden noemden de laatste vsv-cijfers als belangrijkste reden voor het indienen van hun motie.

Inzetten op flexibelere instroommomenten bij mbo-opleidingen

Doordat er twee vaste instroommomenten zijn bij mbo-opleidingen moeten studenten die gedurende het studiejaar uitvallen bij een opleiding vaak maandenlang wachten om in te kunnen stromen bij een andere mbo-opleiding. Het gevaar is dat studenten in de tussenliggende periode gedemotiveerd raken of gaan werken zonder startkwalificatie. Daarom vraagt DENK-kamerlid Ergin het kabinet om in te zetten op flexibelere instroommomenten.

Zoals we hebben gedeeld in onze programmapunten voor het verkiezingsprogramma 2023 is twee startmomenten ook voor Ingrado een minimum. Voor jongeren én doorstroomcoaches kan het frustrerend zijn als een jongere door goede begeleiding de motivatie weer heeft gevonden voor een opleiding, maar vervolgens meer dan een half jaar moet wachten.

Bevorderen van herinstroom in het mbo, bijvoorbeeld met een mbo-verklaring

Kamerlid Soepboer (NSC) wijst er in zijn motie op dat mbo-studenten die in het laatste jaar van hun opleiding uitvallen wegens psychische klachten, ziekten of andere persoonlijke omstandigheden lastig weer kunnen instromen. De mbo-verklaring, die de student kan aanvragen en die inzicht geeft in de onderdelen van de opleiding die de student wel heeft afgerond, functioneert volgens Soepboer in de praktijk niet goed.

Mbo-verklaring evalueren

Soepboer wil daarom weten waarom de mbo-verklaring niet goed werkt en wat de verantwoordelijk minister daaraan wil doen. Soepboer wil her-instroom zo drempelloos mogelijk maken en voorkomen dat mensen de hele opleiding opnieuw moeten doen. Zeker ook gezien de tekorten in cruciale beroepen wil hij dat in overleg met de praktijk en mbo-scholen wordt gekeken hoe studenten met een mbo-verklaring op of net onder het uitstroomniveau weer kunnen instromen.

In samenwerking met gemeenten uitvallers in kaart brengen

VVD-kamerlid Martens-America wil dat het ministerie samen met gemeenten (minderjarige) uitvallers in kaart brengt en de kamer informeert over de resultaten van verschillende inspanningen op het gebied van vsv door gemeenten.

Wat betreft het laatste punt zijn er in de afgelopen periode diverse onderzoeken geweest. Bijvoorbeeld het literatuuronderzoek Wat werkt in de begeleiding bij uitgevallen jongeren? van de Universiteit Tilburg en het onderzoek van LPBL naar de kenmerken en opbrengsten van effectieve interventies. Beide onderzoeken kwamen aan bod tijdens een bijeenkomst over praktijkvoorbeelden voorkomen vsv.

Doelstelling blijven nastreven

Ook kamerlid Tseggai verzoekt de regering om de doelstelling uit de werkagenda mbo te blijven nastreven om te komen tot minder dan 18.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2026. Ze vraagt in dat kader ook aandacht voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit op het mbo

Van school naar duurzaam werk

De moties sluiten voor een groot deel aan bij het streven uit het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk waarin jongeren (die uitvallen) zonder startkwalificatie ondersteuning krijgen om duurzaam aan het werk te komen. Doorstroompunten maken daar op dit moment samen met partners in de regio plannen voor.

Veel jongeren die zonder diploma aan het werk gaan, zijn na een paar jaar weer gemotiveerd om alsnog een diploma te halen. Ingrado wil dat daar meer op ingespeeld wordt door allerlei combinaties van werken en leren mogelijk te maken en meer verantwoordelijkheid te vragen van werkgevers voor het aanbieden van werk-leertrajecten.

Wat betreft de vsv-cijfers die de kamerleden aanhalen, wijst Ingrado er in de programmapunten op dat ook de duiding van die cijfers aandacht verdient. De huidige focus - op alleen de nieuwe vsv’ers - maakt dat er een aanval wordt ingezet op de aantallen. De verhalen achter deze getallen missen. Wie zijn nu echt de jongeren in deze groep? Bovendien pleit Ingrado er voor om kritisch te kijken naar de definitie van voortijdig schoolverlater.

Wat gebeurt er eigenlijk met een ingediende motie?

Moties zijn uitspraken van de Tweede of Eerste Kamer, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.

Deel dit artikel:

Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.