Zienswijze Ingrado op wetsvoorstel Wet onderwijsondersteuning zieke leerlingen

Ingrado staat over het algemeen positief tegenover de modernisering van de huidige structuur rondom de onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen. Wij verwachten namelijk dat een eenvoudige en herkenbare structuur positief zal uitpakken voor het vinden van deze specialistische onderwijsondersteuning en kennis. Wel vragen we aandacht voor de volgende punten.

De structuur 

Ingrado kan zich vinden in de voorgestelde nieuwe structuur. Wat ons betreft biedt deze voldoende ruimte en flexibiliteit om passend in te spelen op de onderwijsbehoefte van het kind in verschillende denkbare situaties en staat het tegelijkertijd het behoud van de positieve punten van de oude structuur niet in de weg. Of nabijheid, laagdrempeligheid en snelheid voldoende worden behouden en worden verbeterd zal uiteindelijk afhankelijk zijn van de wijze waarop de nieuwe Stichting haar werkzaamheden organiseert. Ziekte bij leerlingen laat zich immers moeilijk sturen.

De rol van school, gemeente en samenwerkingsverbanden 

De rol van de nieuwe Stichting wordt in het wetsvoorstel uitgebreid toegelicht. Ingrado wil benadrukken dat de rollen van de school en het samenwerkingsverband echter ook cruciaal zijn bij de aanpak van (langdurig) ziekte verzuim. Aandacht houden voor de ontwikkeling van het kind, ook als hij of zij niet op school kan zijn, past niet zo goed in de ‘verzuimgedachte’ die vaak binnen het onderwijs heerst.

School en samenwerkingsverband moeten betrokken blijven en aandacht blijven houden voor de onderwijsbehoefte, ontwikkeling en het (eventueel) terugleiden naar het reguliere proces binnen de school. Tegen die achtergrond graag aandacht voor de werkwijze ‘schoolaanwezigheid’, die meer ruimte hiervoor biedt dan het gebruikelijke denken en handelen in ‘verzuim’.  

Advies over schoolaanwezigheid 

Ingrado is van mening dat de medewerkers van de nieuwe Stichting nog succesvoller zullen zijn in de begeleiding van zieke kinderen wanneer scholen, gemeenten en samenwerkingsverbanden hierbij actief betrokken blijven, zoals dit binnen het gedachtegoed van ‘schoolaanwezigheid’ vanzelfsprekend is. Daarnaast zal ook de re-integratie van kinderen in het regulier of speciaal onderwijs soepeler verlopen wanneer dit gericht is op aanwezigheid en niet op het (negatieve) verzuim.

We pleiten er dus voor om naast de wetswijziging expliciet aandacht te besteden aan schoolaanwezigheid als middel om ook zieke kinderen zo veel als mogelijk deel te laten nemen aan het onderwijs en het succes op terugleiden naar de oorspronkelijke school zo groot als mogelijk te maken.