Artikel

5 onder b, Hoe hou je zicht op ontwikkeling

21 november 2023

Het aantal vrijstellingen op grond van arti­kel 5 onder b van de Leerplichtwet neemt toe. Ouders doen een beroep op deze vrij­stelling als zij overwegende bedenkingen hebben tegen de richting van het onderwijs op de scholen in de omgeving van hun woning. Met het ontstaan van een vrijstel­ling verdwijnt het zicht op de ontwikkeling van kinderen. Dat baart leerplichtambtenaren en ook Ingrado zorgen.

Tweemaal is er een wetsvoorstel geformu­leerd dat betrekking had op de vrijstelling 5 onder b. Het meest recente behelsde het arti­kel weliswaar te handhaven, maar het thuis­ onderwijs onder toezicht van de Onder­wijsinspectie te plaatsen. Van behandeling in de Tweede Kamer is het niet gekomen.

Ondertussen vragen leerplichtorganisaties zich af wat ze kunnen doen om te zorgen dat kinderen in beeld blijven na het ontstaan van een vrijstelling.

Hoe zit het ook alweer?

Om een vrijstelling van de Leerplichtwet op grond van artikel 5 onder b te krijgen, moeten ouders aantonen dat er binnen redelijke afstand van hun woning geen school is die tegemoet komt aan hun geloofs­ of levens­ overtuiging. Zij maken per denominatie hun bezwaren kenbaar en maken die concreet. Met dat laatste tonen zij aan dat de bezwa­ren zwaarwegend zijn en opwegen tegen het feit dat zij hun kinderen schoolgang ontzeg­gen. Vervolgens is het aan de leerplichtamb­tenaar om het beroep te beoordelen en de vrijstelling te laten ontstaan.

Doordat nu een aantal maal de rechter zich gebogen heeft over een beroep omdat de leerplichtambtenaar de bezwaren onvoldoende zwaarwegend en concreet vond, is er inmiddels wat jurisprudentie. Kern van de uitspraken is dat de leerplichtambtenaar de ouders mag vragen om toelichting op het beroep.

Deze jurisprudentie heeft er in meerdere regio’s toe geleid dat de werkwijze rond 5 onder b opnieuw tegen het licht wordt gehou­den. In Zuid-­Holland Zuid en Rotterdam is het inmiddels gelukt met vrijwel alle ouders die een beroep op vrijstelling 5 onder b doen, in gesprek te komen. Op de volgende pagina's wordt duidelijk wat de aanpakken inhouden.
 

We zetten de deuren naar ondersteuning open

 

Landelijk beleid zou fantastisch zijn

Marike Godvliet is sinds vier jaar teamleider Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (LVS) bij de Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid­-Holland Zuid. In deze regio (Drechtsteden, Hoeksewaard, Molenlanden en Gorinchem) hebben ongeveer 85 kinderen een vrijstelling 5 onder b. ‘Tijdens mijn inwerkperiode hoorde ik voor het eerst over 5 onder b en mijn vraag was meteen: “maar wie ziet die kinderen daarna dan nog? En hoe weten we of zij onderwijs krijgen?” Het antwoord was: “Dat weten we niet”. Die uitspraak is altijd in mijn hoofd blijven zitten.

‘Het aanvragen van een vrijstelling was altijd een schriftelijke procedure. Ouders dienden een scholenlijst in en onderbouwden waarom geen enkele school in een straal van 6 kilometer van de woning past bij hun levens­- of geloofsovertuiging. Meer was er niet nodig.

'Dat wilde ons bestuur veranderen en dus zijn we ermee aan de slag gegaan, ook omdat er inmiddels wat jurisprudentie is. Als leerplichtambtenaren iets moeten toetsen, moeten zij weten wát ze toetsen. En daarom mogen ze vragen naar de levensovertuiging, heeft de rechter meermaals bevestigd. Daarnaast moeten de bedenkingen zwaar­ wegend en concreet zijn. We weten wat een bepaald geloof inhoudt, maar wat maakt nu dat jouw kind niet naar die school kan? Dat willen we weten.’

In gesprek

Hoe komen we in gesprek met deze ouders, vroeg Marike Godvliet zich af. ‘We nodigden ze wel uit, maar ze zijn niet verplicht om te komen. Veel ouders komen dan ook niet. Daarom zijn we gaan zoeken welke partij daarin iets zou kunnen betekenen. We kwa­men als eerste bij het Jeugdteam terecht, maar daar stuitten we op de moeilijkheid dat je niet zomaar gegevens mag delen. Vervolgens gingen we in gesprek met de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Zij hebben de opdracht om alle kinderen in Nederland in elk geval het aanbod van de JGZ te doen. Maar ook zij hebben geen zicht op de kinde­ren zonder schoolinschrijving. Met hen zijn we de samenwerking aangegaan en gaan kij­ken of we gegevens zouden kunnen delen.’

De huidige werkwijze in Zuid-­Holland Zuid is als volgt: als er een beroep op vrijstelling 5 onder b binnenkomt dan wordt dat getoetst. Om te zorgen dat dat bij elke aanvraag op dezelfde wijze gebeurt, ligt het eindoordeel bij één persoon. Als de aanvraag goed en compleet is, wordt de vrijstelling verleend en krijgen de ouders een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek.

Betrokkenheid

Marike Godvliet: ‘Dat gesprek vindt plaats vanuit interesse in de manier waarop ouders het thuisonderwijs willen vormgeven. We leggen uit dat we onze gegevens delen met de jeugdgezondheidszorg zodat ouders weten dat er een aanbod komt. Of ze daar gebruik van maken, is aan de ouders.’

Het gesprek met de ouders voert LVS Zuid­-Holland Zuid bewust ná het verstrekken van de vrijstelling. Marike Godvliet: ‘We hebben het eerder vooraf gedaan, maar dat maakte dat ouders het verkrijgen van de vrijstelling aan het gesprek koppelden. Dat is niet de bedoeling. We willen de ouders leren kennen en vanuit betrokkenheid in gesprek gaan. We merken dat ouders dat soms spannend vin­den, maar achteraf geven ze aan dat het pret­tig is om te kunnen vertellen waarom ze deze keuze hebben gemaakt. Ook vinden ze het fijn om van ons te horen waar ze op terug kunnen vallen als dat nodig is. Bijvoorbeeld als hun kind dyslectisch blijkt te zijn of op andere aspecten ondersteuning nodig heeft. We zetten op deze manier deuren open.’

Gewenste situatie

Het liefst zou Marike Godvliet zien dat de vrijstelling 5 onder b afgeschaft werd, maar minimaal moet er wat haar betreft controle komen op het thuisonderwijs. ‘Zolang dat niet zo is, zou ik graag willen dat er in elke regio en gemeente in Nederland op dezelfde manier wordt omgegaan met de aanvragen. Nu zie je dat gezinnen verhuizen omdat er in een andere regio anders gehandeld wordt. Landelijk beleid zou fantastisch zijn.’

Elk jaar een gesprek

Mijke Withagen is beleidsadviseur op de afdeling Leerrecht en ondersteuning van de gemeente Rotterdam. Samen met een leerplichtambtenaar beoordeelt zij alle aan­ vragen 5 onder b. In haar gemeente hebben 62 kinderen deze vrijstelling.

Het afgeven van een vrijstelling is in Rotterdam geen louter administratieve handeling meer. ‘We nodigen alle ouders uit op kantoor om hun richtingsbezwaar toe te lichten. Dat doen we voordat we de vrijstelling afgeven. Alle ouders komen op gesprek sinds we in 2015 besloten hebben dat ouders die geen gehoor geven aan onze uitnodiging gemeld worden bij de Raad voor de Kinderbescherming. Dat hebben we voor drie ouders helaas ook moeten doen.

Certificaat

Als de vrijstelling is ontstaan, worden de ouders elk jaar uitgenodigd voor een gesprek over het thuisonderwijs. Mijke Withagen: ‘Bij een aantal ouders ben ik op huisbezoek geweest, anderen komen liever naar kantoor en er is ook een moeder met wie ik altijd door haar straat wandel.’

In plaats van een jaarlijks gesprek biedt de gemeente Rotterdam ouders de mogelijkheid om een certificaat aan te vragen bij de Stichting Keurmerk Thuisonderwijs. Na een huisbezoek door die stichting wordt een cer­ tificaat voor drie jaar afgegeven. De kosten van 80 euro (voor 1 kind) neemt de gemeente voor z’n rekening. Ongeveer een derde van de ouders maakt daarvan gebruik.

Bij heel veel ouders is het onderwijs naar zij kan inschatten goed geregeld. Dat wil Mijke Withagen graag gezegd hebben. ‘Ze hebben er echt goed over nagedacht en organiseren soms ook activiteiten samen met andere ouders zoals bijvoorbeeld gymlessen.’

Gewenste situatie

‘Het blijft raar’, zegt Mijke Withagen. Er wordt een uitzondering gemaakt op basis van geloofsrichting en het is aan een ambtenaar om te bepalen of dat het echt richtingsbe­zwaren op basis van een geloofsrichting of levensovertuiging betreft. We weten allemaal dat het in veel gevallen helemaal niet zozeer over geloof gaat. Het liefst zouden we toe willen naar de situatie waarin thuisonderwijs is toegestaan, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. En dat niet wij, maar een erkende instantie dat controleert.’

Deel dit artikel:

Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.