Het aantal nieuwe vsv’ers in het mbo is gedaald met bijna 2.000 (naar 22.308 in 2023-2024), maar de totale opgave blijft groot: in totaal zijn er 29.163 nieuwe vsv’ers, terwijl de doelstelling voor 2026 maximaal 18.000 is.
Minister Bruins schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer dat de aanpak gericht blijft op het behalen van een startkwalificatie of duurzame werktoeleiding.
Belangrijke punten uit de brief:
- Actieplan vsv
Het actieplan blijft centraal staan, met focus op vier oorzaken van uitval: persoonlijke problemen, mismatch met opleiding, ongediplomeerde uitstroom naar werk en gebrekkige begeleiding in de overstap naar werk of vervolgonderwijs.
- Sturen op betere samenwerking in de regio
Eén van de belangrijkste maatregelen in het actieplan vsv is het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk en de onderliggende regelgeving. De minister wil strengere eisen stellen aan de kwaliteit van deze regionale plannen, met nadruk op maatwerk en brede toegankelijkheid van ondersteuning.
Een belangrijk actiepunt is het beter inzetten van de mbo-verklaring bij voortijdige uitstroom. Deze verklaring vergemakkelijkt de overstap naar werk of terugkeer naar onderwijs, maar wordt nog niet overal goed benut. Daarom worden regio’s verplicht om hier afspraken over te maken.
- Laagdrempelige en toegankelijke ondersteuning
Regio’s worden verplicht om met elkaar af te spreken hoe zij de ondersteuning voor jongeren laagdrempelig en toegankelijk organiseren. Daarbij wil de minister dat regio’s ook partijen uit andere domeinen betrekken.
Ook op landelijk niveau zet de minister in op betere begeleiding voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Hij wijst in dit kader o.a. op de Verbeteragenda passend onderwijs mbo. De effectiviteit van de acties uit de Verbeteragenda wordt nagegaan in de monitor passend onderwijs mbo die de minister als bijlage bij de Kamerbrief meestuurt.
- Meer aandacht voor jongeren zonder startkwalificatie
De minister noemt hier o.a. praktijkleren en mbo-certificaten, sectorale ontwikkelpaden in cruciale sectoren, maatwerktrajecten en meerdere instroommomenten per jaar en bbl-offensief (werken en leren combineren).
De minister zet verder in op het structureel verbeteren van de begeleiding, samenwerking en flexibiliteit binnen het mbo, met als uiteindelijke doel: alle jongeren naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt, ook als een startkwalificatie niet haalbaar is.
Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.