Artikel

Wat is de stand van zaken rond de moties over thuisonderwijs?

9 juli 2024

Op dit moment wordt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekeken hoe aan de verschillende moties op het dossier thuisonderwijs vanwege richtingsbezwaren invulling wordt gegeven.

Het uitwerken van het wetsvoorstel voor het stellen van minimale eisen aan thuisonderwijs, zal in ieder geval doorgang vinden. Hiermee wil het ministerie, net als met het wetsvoorstel toezicht informeel onderwijs, ook een vorm van toezicht organiseren. Het is immers in het belang van kinderen en jongeren dat we meer zicht en grip krijgen op thuisonderwijs en de kwaliteit daarvan.

Update moties

De Tweede Kamer wordt later dit jaar over de voortgang van het dossier geïnformeerd. Over een aantal moties kan een update gegeven worden. De Tweede Kamer verzocht via een motie van het lid Hagen om meer inzicht in de beweegredenen van ouders om beroep te doen op een vrijstelling, aanvullend op het onderzoek van Ingrado, de vereniging van leerplichtambtenaren, uit 2023. Ook de motie van het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA) riep daartoe op.

Uit onderzoek van Ingrado bleek dat leerplichtambtenaren zien dat in de meeste gevallen ouders met een holistische of specifiek christelijke overtuiging een beroep doen op de vrijstelling van de leerplicht. In mindere mate spelen islamitisch en soevereine levensovertuigingen een rol. Het ministerie van OCW heeft naar aanleiding van dit verzoek in maart 2024 rondetafelgesprekken met leerplichtambtenaren georganiseerd. Uit deze gesprekken komt naar voren dat onder de leerplichtambtenaren zorgen leven over de kinderen die vrijgesteld zijn van de leerplicht wegens gewetensbezwaren van de ouders. De leerplichtambtenaren krijgen veelal niet of slechts moeizaam contact met de desbetreffende gezinnen en hebben er dus onvoldoende zicht op of de ouders vervangend thuisonderwijs (gaan) aanbieden.

Beter zicht nodig

De leerplichtambtenaren hebben behoefte aan wet- en regelgeving die ertoe leidt dat zij beter zicht krijgen op de groep kinderen waarvoor een beroep op vrijstelling van de leerplicht wordt gedaan. Vrijwel alle leerplichtambtenaren zagen in hun regio een stijging van het aantal vrijstellingen op grond van richtingsbezwaren. Zij zien daarbij geen stijging bij een specifieke groep. Wel zien zij dat naast richtingsbezwaren er ook bezwaren meespelen tegen schoolonderwijs als zodanig.

Er is bij leerplichtambtenaren behoefte aan duidelijkere (toetsings)kaders voor het omgaan met de beroepen op de vrijstelling. Het eerdere voornemen van het kabinet om het recht op thuisonderwijs van kinderen met een vrijstelling op grond van artikel 5 onder b. van de Leerplichtwet 1969 te waarborgen kon bij de aanwezigen rekenen op zeer brede steun. Met het wetsvoorstel dat in voorbereiding was, verandert de rol van de leerplichtambtenaar in dit proces niet.

Tevens verzocht de Tweede Kamer in februari 2022 ook om een signaal van grootouders die hun zorgen uitten over kleinkinderen met een vrijstelling vanwege richtingsbezwaren, die thuisonderwijs krijgen, te betrekken bij de beleidsvorming. Bij de recente ontwikkeling van het beleid rondom thuisonderwijs is het signaal van de grootouders meegenomen. Er heeft een gesprek plaatsgevonden op het ministerie van OCW over hun zorgen. Hun signalen worden meegenomen bij de verdere beleidsvorming voor dit onderwerp.

Deel dit artikel:

Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.