Op 19 december heeft staatssecretaris Paul (OCW) een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van het wetsvoorstel Waarborgen thuisonderwijs. In deze brief wordt de kamer geïnformeerd over de voortgang die op het wetstraject is geboekt en over de vervolgstappen die de komende tijd gezet zullen worden. Daarnaast wordt de Tweede Kamer ook geïnformeerd over de stappen die gezet zullen worden om het proces van het verstrekken van de vrijstelling te verduidelijken.
In 2020 is er een internetconsultatie gehouden voor het wetsvoorstel Waarborgen thuisonderwijs. Dat heeft veel constructieve reacties opgeleverd van ouders, thuisonderwijsorganisaties en andere partijen. Daarnaast heeft de Onderwijsraad advies uitgebracht op de toenmalige versie van het wetsvoorstel. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens en de Inspectie van het onderwijs hebben hun advies gegeven c.q. uitvoeringstoets gedaan.
Herziening
Al deze adviezen en input worden betrokken bij de herziening van het wetsvoorstel. Kwaliteitseisen en toezicht blijven nodig, omdat er geen zicht is op de kwaliteit van het onderwijs dat kinderen met een vrijstelling op grond van richtingsbezwaren krijgen. Het doel van de herziene en verbeterde wet is en blijft: het waarborgen dat ieder kind kwalitatief goed onderwijs krijgt, zodat het zich kan ontwikkelen tot een volwassene die volwaardig deel kan nemen aan onze maatschappij.
Het kabinet zal, mede naar aanleiding van de adviezen van de Onderwijsraad en de reacties op de internetconsultatie, nu niet voorstellen om eisen te stellen aan diegenen die het verplichte vervangende thuisonderwijs gaan verzorgen. In plaats daarvan kiest het kabinet er nu voor om eisen te stellen aan de inhoud van het onderwijs, zodat ieder kind de belangrijkste vaardigheden leert. Hiervoor worden de kerndoelen, die ook in het schoolonderwijs worden gebruikt, aangehouden.
Pilot
Het stellen van kwaliteitseisen aan het thuisonderwijs en het houden van toezicht op de naleving daarvan is in het belang van alle kinderen die een vrijstelling op grond van richtingsbezwaren hebben. Voordat een wetsvoorstel in behandeling wordt gebracht, zal een pilot worden uitgevoerd. Deze pilot is bedoeld om te toetsen hoe het toezicht op thuisonderwijs, aan de hand van de kwaliteitseisen, zo effectief mogelijk kan worden vormgegeven. Daarbij wordt ook gekeken of de eigen kwaliteitsborgen en reeds bestaande kwaliteitsstructuur van thuisonderwijsorganisaties ondersteunend kunnen zijn bij het toezicht.
Deelname aan de pilot gebeurt op vrijwillige basis, en zal geen gevolgen hebben voor de vrijstelling van de leerplicht van de deelnemende leerlingen en gezinnen. De resultaten van deze pilot worden betrokken bij de verdere uitwerking van het wetsvoorstel.
De pilot wordt samen met het veld opgezet. Daarvoor zijn relevante partners, zoals de Stichting Keurmerk Thuisonderwijs, de Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs en het Thuisonderwijsverbond, gevraagd om mee te doen aan deze pilot. Via deze organisaties wil het ministerie ook gezinnen die thuisonderwijs geven uitnodigen deel te nemen. De pilot wordt uitgevoerd in 2025 en 2026 en in de pilot worden verschillende vormen van kwaliteitsborging getoetst, waarbij ook wordt gekeken of en hoe deze vormen een rol kunnen spelen in het toezicht. Ook wordt hierin bekeken hoe gebruik gemaakt kan worden van onderwijsplannen, portfolio’s en toetsing.
Stappen
De Tweede Kamer wordt in het tweede kwartaal van 2025 geïnformeerd over de voortgang. Parallel aan de uitvoer van de pilots werkt de staatssecretaris door aan het wetsvoorstel, aan het verbeteren van het proces rond het verkrijgen van de vrijstelling, en zal zij zich blijven inzetten voor het vergroten van draagvlak en steun bij alle belanghebbende partijen.
Lees ook: de brief van staatssecretaris Paul aan de Tweede Kamer >
Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.