Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil het financiële verdeelmodel voor voortijdig schoolverlaten (vsv) herzien. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft op verzoek van het ministerie van OCW verkend of het mogelijk is om, op basis van kenmerken die in registraties bij het CBS aanwezig zijn, een indicator te ontwikkelen om de omvang van de vsv-problematiek per regio te schatten.
In het rapport staat de vraag centraal of een model ontwikkeld kan worden om per leerling of student de kans op vsv te schatten. Daarbij wordt onderzocht welke combinatie van kenmerken het beste hiervoor gebruikt kan worden. Hierbij zijn aparte modellen ontwikkeld voor het voorgezet onderwijs en voor het middelbaar beroepsonderwijs.
Het is voor het ministerie van OCW daarbij belangrijk dat de nieuwe indicator geen perverse prikkels kent en daarnaast transparant en duidelijk is, zodat regio’s begrijpen hoe het geld wordt verdeeld.
Het huidige rapport betreft de resultaten uit de eerste fase van het onderzoekstraject. Hierbij stond de vraag centraal of een model ontwikkeld kan worden om per leerling of student de kans op vsv te schatten. Daarbij werd onderzocht welke combinatie van kenmerken het beste hiervoor gebruikt kan worden.
Voor het vo bestaat het voorkeursmodel uit zeven kenmerken:
- leeftijd van de leerling;
- onderwijssoort;
- opgelopen vertraging;
- ouderlijke structuur;
- welvaartsniveau van het huishouden;
- of de leerling verdachte is geweest van een misdrijf; en
- de aanwezigheid van problematische schulden in het huishouden.
Het voorkeursmodel in het mbo bestaat uit meer kenmerken, namelijk twaalf:
- niveau van de mbo-opleiding;
- leeftijd van de student;
- ouderlijke structuur;
- of de student verdachte is geweest van een misdrijf;
- geslacht van de student;
- hoogst behaalde opleidingsniveau van de moeder;
- de aanwezigheid van problematische schulden;
- de gevolgde leerweg en onderwijsrichting;
- welvaartsniveau van het huishouden;
- of de student psychosociale problemen heeft;
- de stedelijkheid van de buurt waar de student woont.
In de tweede fase dit onderzoekstraject zal een methode worden uitgewerkt om de geschatte kansen op individueel niveau te aggregeren naar een score per RMC-regio en zullen de gevolgen van de nieuwe verdeelsystematiek in kaart worden gebracht.
Het is aan het ministerie van OCW om op basis van deze resultaten af te wegen wat het meest gewenste beleidsalternatief is. OCW is voornemens om i.s.m. Ingrado een webinar te organiseren op dinsdag 7 maart (ovb) om rmc-regio’s mee te nemen in het proces van de herijking van de vsv middelen.
Verder lezen? Zie: Verkenning alternatief verdeelmodel voor voortijdig schoolverlaten (cbs.nl)
Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.