Mbo-studenten met een migratieachtergrond worden gediscrimineerd bij het vinden van een stageplek. Maar niet in alle sectoren en er is een verschil tussen mannen en vrouwen.
De gemeente Utrecht en de mbo-instellingen gaven het Verwey Jonker Instituut de opdracht om onderzoek te doen naar stage-discriminatie in het mbo. Het onderzoek concentreerde zich op vier sectoren: ICT, Zorg en Welzijn, Bouw en techniek, en Zakelijke dienstverlening. Uit het onderzoek blijkt dat vooral in de bouw en technieksector, vrouwelijke studenten een grotere kans hebben om een stageplaats te krijgen in deze sectoren dan mannelijke studenten.
In alle sectoren behalve in de sector Zorg en Welzijn hebben studenten met een naam die verwijst naar een migratieachtergrond minder kans op een positieve reactie dan studenten met dezelfde kenmerken zonder migratieachtergrond.
In de ICT-sector is sprake van discriminatie van moslimstudenten terwijl in de sector zorg en welzijn juist sprake is van positieve discriminatie van moslimstudenten.
Naast discriminatie werd ook onderzocht of mbo-studenten discriminatie ervaren. Bij ongeveer een kwart van de studenten is dat het geval al vinden ze het lastig om het zo te noemen. Als gevolg van discriminatie lopen studenten studievertraging op, ervaren zij gevoelens van eenzaamheid en onveiligheid en ontstaat een minder positief toekomstbeeld.
Wil je meer lezen over dit onderzoek? Download het rapport ‘Ongelijke kansen op de stagemarkt’.
Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.