Praktijkvoorbeeld

Grip - Perspectief voor thuiszitters

3 januari 2023

Leerlingen uit het voortgezet onderwijs, allemaal al lange tijd thuis zonder onderwijs, maken bij Grip in Arnhem een nieuwe start. Ze willen niets liever dan gewoon naar school, net als ieder ander van hun leeftijd, maar het lukt eenvoudig niet. Een unieke combinatie van onderwijs en zorg maakt dat deze jongeren in een kleinschalige, veilige setting de draad langzaam weer oppakken.

Op de vraag “Waar zit je over 3 jaar?”, antwoordt Morris stevig: “Dan zit ik weer op school!”. Tom ziet zichzelf in een beroepsopleiding, mbo of hbo, net wat haalbaar is. Dromen hebben ze volop, deze jongeren. Die dromen ook verwezenlijken is voor hen wat lastiger dan voor menig andere middelbare scholier. Zo zou Elise graag een bijbaantje willen hebben, maar dat lukt door haar angststoornis nu niet. Want wat als ze een paniekaanval krijgt op het werk? Toch durft ook zij al verder te kijken na Grip, naar de tijd dat ze een creatieve opleiding volgt. Of Caleb, die in transitie is en probeert zijn angsten als gevolg van pesten op school van zich af te schudden. Ook hij droomt van een baan in de creatieve industrie en gaat hopelijk ooit naar ArtEZ, de kunstacademie in Arnhem. 

De leerlingen bij Grip kampen met complexe internaliserende problematiek als angsten, depressie en autisme. Naar school gaan lukt niet meer. Om deze jongeren op weg te helpen hun dromen te verwezenlijken, om grip te krijgen op hun leven op school en thuis, werkt een team bestaande uit zeer ervaren docenten uit het vso en ambulant behandelaren uit de jeugdhulpverlening, nauw samen. De drie docenten in de rol van trajectcoach of leer- en groepscoach en de drie jeugdhulpverleners in de rol van leefcoach. Een GZ-psycholoog ondersteunt de coaches en een psychomotorisch therapeut haalt de jongeren wekelijks een uur bewust ‘uit hun hoofd’. 

Gewoon doen
Anita Kluit is trajectcoach en stond vanuit VSO Mariëndael, onderdeel van schoolbestuur De Onderwijsspecialisten, aan de wieg van Grip. Met collega Netty Sommeling zag zij in de praktijk dat leerlingen die langere tijd buiten het onderwijs stonden, meer nodig hebben dan ‘vakken bijspijkeren’. ‘Er is veel meer aan de hand en met name het mentale stuk vraagt veel aandacht. Vandaar dat onderwijs niet zonder zorg kan. Aanbod waarin beide samengaan, bestaat helaas niet. Dus gingen we, gesteund door het College van Bestuur van De Onderwijsspecialisten, zelf aan de slag.’ Het was een lange weg vertelt Anita Kluit. ‘Veel partijen waren enthousiast, maar niemand durfde het aan het traject ook daadwerkelijk te gaan uitvoeren. Binnen de wet- en regelgeving was geen plek én geen geld voor een programma als Grip.  
Uiteindelijk heeft samenwerkingsverband De Verbinding het vertrouwen in ons en in het plan uitgesproken. “We gaan het gewoon doen”, dat was kort samengevat de reactie. We konden verder met ontwikkelen en op zoek naar een zorgpartner.’ Na alweer een zoektocht committeerde ook de directeur van at.zorg zich aan het plan.’
Dat dat goed heeft uitgepakt, blijkt wel uit het feit dat Grip sinds dit (derde) schooljaar de pilotstatus heeft afgeschud. Het onderwijszorgarrangement is ingebed in het reguliere aanbod van De Verbinding. Erica Jordans, programmadirecteur kwaliteit en beleid van dit samenwerkingsverband kan er kort over zijn: ‘De resultaten zijn gewoon goed, punt. Het brengt de leerlingen wat we hoopten, nieuw perspectief en, in enige vorm, hervatting van de onderwijsloopbaan. Tuurlijk was het spannend. Een plan kan er op papier nog zo goed uitzien, het moet zich in de praktijk nog wel bewijzen.’ Grootste succesfactoren zijn wat Jordans betreft rust, aandacht, het vaste malletje loslaten en kijken naar wat nodig is.
Sinds dit schooljaar is het principe ‘geld volgt leerling’ van kracht, vertelt Jordans. ‘Als de school waar de leerling staat ingeschreven niet kan bieden wat hij of zij nodig heeft, wordt de leerling voor een bepaalde periode ‘uitbesteed’ aan Grip. Het samenwerkingsverband financiert het onderwijsdeel van het arrangement voor een heel jaar vooruit. Op basis van het aantal lesweken brengen we een bedrag per week in rekening bij de school waar de leerling ingeschreven staat. De zorg komt volledig voor rekening van de gemeentes. Inmiddels hebben we met gemeentes afspraken kunnen maken over Grip. Als alle deskundigen het erover eens zijn dat Grip een goede interventie is voor een jongere, dan geeft elke gemeente in onze regio een indicatie af voor Grip. Dat loopt bij de ene gemeente soepeler dan bij de andere, maar uiteindelijk komt de indicatie er altijd.’ 

Geen druk
Op de Grip-locatie, in het centrum van Arnhem, is er niets wat aan school herinnert en dat is niet voor niets. Veel jongeren hebben negatieve ervaringen opgedaan, angsten ontwikkeld en moeten het vertrouwen vanaf de grond opbouwen. Vandaar dat het eerste doel van Grip is dat de jongeren het leuk hebben, dat ze graag komen. Er is totaal geen druk. “Het is fijn dat je er bent”, dat straalt iedereen uit. En ook al is de verwachting bij alle jongeren dat ze terug zullen gaan naar onderwijs; de opbouw volgt de individuele mogelijkheden en belastbaarheid. Voor sommige jongeren start het traject met een uur per week. Dat aantal uren breidt zich meestal al rap uit, zo leert de ervaring. Anita Kluit: ‘Komen blijkt moeilijker dan aanwezig zijn. Dus als de drempel eenmaal is genomen en ze zijn een paar keer binnen geweest, willen ze al snel vaker komen. Gemiddeld zijn de jongeren drie dagen per week aanwezig.’
De jongeren blijven tijdens het Grip-traject ingeschreven op de school van herkomst. Het zijn de verzuimcoaches van het samenwerkingsverband (bekostigd uit regionale VSV-gelden), die de jongeren aanmelden. Zij blijven betrokken gedurende het traject en denken mee over een vervolg. Ook de samenwerking met ouders is erg belangrijk, vertelt leefcoach Hanneke Borg. ‘Wij kijken altijd vanuit een systemisch perspectief. Soms, als een leerling het heel moeilijk vindt om naar de locatie te komen, kijken we met ouders en de al betrokken hulpverlening hoe we deze stap zo klein mogelijk kunnen maken. We werken hierbij laagdrempelig en outreachend. We doen dan spelletjes of nemen een jongere mee naar buiten voor een activiteit. Ook in schoolvakanties houden we vanuit zorg contact. Gekoppeld aan de doelen proberen we in deze periode een passende activiteit te ondernemen. We gaan een keer naar de bioscoop of maken een wandeling.’

‘Door een stip aan de horizon te zetten, leven ze op’

Het programma
Starten bij Grip betekent commitment aan het hele programma, zegt Anita Kluit. ‘Soms willen jongeren bij ons komen om vakken in te halen. Dat is in het begin echter helemaal niet aan de orde. Daar gaan we dus ook niet in mee. Grip is het hele pakket bestaande uit onderwijs en zorg.’ De jongeren zijn zich daar terdege van bewust, blijkt tijdens een presentatie. Tobias zit aan de knoppen en laat samen met de andere leerlingen zien hoe Grip in elkaar steekt. De basis van het programma is de driehoek Sociaal, (fysieke en mentale) Gezondheid en Leren. Tobias noemt het ‘de driehoek van blij zijn’. ‘Als alle drie in orde zijn, dan is het leven makkelijker.’ Maar sociaal en gezondheid staan voorop, legt hij uit. ‘Als die niet goed zijn, kun je ook niet leren.’ Elise vertelt wat er op het programma kan staan in het kader van gezondheid. ‘Bijvoorbeeld lessen over angsten, hoe je daarmee kan omgaan. Of over slaap en wat je kunt doen om beter te slapen. Ik ging altijd pas om 2 uur slapen en werd dan veel te laat wakker. Nu drink ik geen koffie meer en leg ik m’n telefoon ’s avonds weg. Dat helpt.’

Binnen Grip doorlopen de leerlingen vier fasen. Per fase zijn doelen geformuleerd die iedereen moet halen, maar die niet in chronologische volgorde afgevinkt hoeven te worden. Het kan goed zijn dat je al werkt aan doelen uit fase 3, terwijl je nog doelen uit de fasen daarvoor moet halen. De eerste fase is Observatie en contact, gevolgd door Ontwikkeling en groei, Voorbereiding op instroom en Instroom en nazorg. Er is geen tijd gekoppeld aan de fases, ieder doorloopt ze in zijn of haar eigen tempo. Gemiddeld brengen de leerlingen zes maanden tot een jaar door bij Grip. Morris en Caleb zijn beiden pas kortgeleden gestart en zitten dus in fase1. Sjors is er al wat langer en zit ook in fase 1. ‘Omdat het allemaal een beetje tegenzat’, legt hij uit. Met een coach bespreekt iedere leerling hoe ver hij of zij is met elk fasedoel, wat lastig is en wat juist goed gaat. Elise, fase 3, vertelt dat het werken aan de doelen leidt tot een positieve mindset. ‘Je ziet dat je stappen maakt en dat je op de goede weg bent. Dat motiveert.’
Naast de fasedoelen zijn er de acht grepen waarop Grip is gebaseerd, vaardigheden die je nodig hebt op school en thuis. De grepen variëren van ‘ik zoek en verwerk informatie’ en ‘ik werk zelfstandig’ tot ‘ik denk na over mezelf’ en ‘ik kan omgaan met verandering en emoties’. Elke greep is onderverdeeld in subgrepen. De leerlingen houden bij welke vaardigheden al best sterk ontwikkeld zijn en welke voor hen nog lastig zijn. Daar gaan ze dan gericht mee aan de slag onder begeleiding van een van de coaches.

'Het is fijn dat je er bent”, dat straalt iedereen uit’

Toekomstperspectief
De loopbaanoriëntatie en -begeleiding van trajectcoach Anita Kluit start al direct in fase 1. ‘Dat doen we om een toekomstperspectief te schetsen. Deze jongeren hebben veel negatieve en faalervaringen opgedaan en zijn hun zelfvertrouwen kwijt. Dat willen we weer opbouwen. Door een stip aan de horizon te zetten, leven ze op. We brengen alles in kaart en werken alle mogelijke routes uit. Ze zien dat er nog veel mogelijk is en dat werkt motiverend. Als ze idee van een richting hebben, geven ze een presentatie voor hun ouders en een coach. De feedback die ze krijgen nemen ze mee en vervolgens maken ze een keuze voor de richting waarin ze verder gaan. Soms kiezen we in die fase voor een stage om te onderzoeken of de ingeslagen weg de juiste is.’
Groepsactiviteiten zijn er ook vanaf de start, elke dag. Het Grip-team gelooft in de kracht van de groep, in de kracht van herkenning en elkaar helpen om weer te durven en te doen. Leer- en groepscoach Netty Sommeling begeleidt de interactie tijdens de actieve fysieke opdrachten, spelletjes of gesprekken. De fasedoelen en grepen zijn integraal onderdeel van deze activiteiten. 

Als de jongeren enigszins op de rit zijn in fase 1, krijgen ze langzaam maar zeker vakken aangeboden. Nicolle Neelis, een van de leercoaches, biedt Engels en Nederlands aan. Materiaal voor de overige vakken komt van de school van herkomst. Bij Grip wordt vooral gewerkt aan leerstrategieën die de jongeren in staat stellen hun schoolwerk op hun eigen manier aan te pakken.
Heel tevreden en ook heel trots. Dat antwoorden alle coaches op de vraag hoe ze nu kijken naar Grip. Hanneke Borg: ‘Het was trekken en knokken, maar we hebben iets moois neergezet. Zowel vanuit onderwijs als vanuit zorg staat er iets heel stevigs.’ 
Als vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband kan Erica Jordans dit alleen maar beamen. En ja, het zou mooi zijn als een voorziening als Grip niet meer nodig zou zijn als er echt passend onderwijs gerealiseerd is. ‘Maar’, zegt zij, ‘ik ga ervanuit dat er altijd een groep leerlingen zal zijn voor wie dit soort specifieke maatwerktrajecten nodig is. En dat moeten we dan zo goed en kansrijk mogelijk organiseren. Met Grip willen we het goede voorbeeld geven.’

Deel dit artikel:

Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.

GGerelateerde artikelen

Vraag en antwoord