Waar staat er in de regionale plannen om voortijdig schoolverlaten terug te dringen? De doelstelling van het nieuwe vsv-programma, dat begin 2021 van start is gegaan, is verbreed. Naast het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (vsv), is vanuit OCW nu ook een kwantitatieve doelstelling opgenomen voor het terugleiden van vsv’ers naar school of het begeleiden naar werk. Zien we dat terug in de plannen?
We spraken Robbert Smakman, senior beleidsmedewerker bij de directie MBO van het ministerie die de vsv-maatregelen in de regio’s analyseerde. En we spraken twee RMC-coördinatoren over hun plannen. Waar zijn zij trots op?
Dit valt op...
Robbert Smakman ziet dat bijna de helft van de maatregelen zich richt op terugkeer naar onderwijs of werk. ‘De verbreding van de doelstellingen is dus goed zichtbaar in de regionale programma’s, naast de inzet op het voorkomen van vsv.’
Er is in de plannen veel aandacht voor oud-vsv’ers en voor jongeren in een kwetsbare positie, constateert Smakman. Naast de groep jongeren uit praktijkonderwijs en vso die thuiszit, gaat het hier om jongeren met complexe problematiek of om jongeren die uitvielen van Entree of mbo 2. Opvallend is dat RMC veel meer dan voorheen inzet op de begeleiding naar werk in plaats van alleen op terugkeer naar onderwijs. Hierin wordt op veel verschillende manieren samengewerkt met gemeenten. We zien ook dat in veel regio’s een koppeling wordt gemaakt met de middelen uit de landelijke Aanpak Jeugdwerkloosheid.’
Plusvoorziening
‘Elke regio zet in op een of andere vorm van Plusvoorziening. Dat varieert van 1 op 1 coaching tot groepsbegeleiding’, zegt Smakman. ‘Opvallend is dat de hulp steeds vaker op school wordt ingezet. Zo zijn psychologen of jongerenwerkers werkzaam op de schoollocatie; zij maken deel uit van het ondersteuningsteam van de school. De middelen van gemeenten en onderwijs worden hier gezamenlijk ingezet. Vaak vinden we deze werkwijze onder de noemer ‘school als wijk’ of ‘school als werkplaats’.’
Ongeveer een derde van de regio’s besteedt aandacht aan geoorloofd verzuim. Meestal gaat het hier om inzet van de jeugdarts of verpleegkundige die met de M@ZL-aanpak het ziekteverzuim terugdringt. De inzet op geoorloofd verzuim is opvallend, zegt Smakman. ‘De afgelopen periodes lag de nadruk van de vsv-aanpak meer op het tegengaan van ongeoorloofd verzuim.’
Evaluatie
Op basis van gesprekken met onder meer Ingrado, MBO Raad en RMC-regio’s voerde Smakman ook een evaluatie uit van het vsv-beleid. Daar kwam onder meer uit naar voren dat de verbinding met het sociaal domein een uitdaging is voor de volgende vsv-periode. Smakman: ‘Het is de nadrukkelijke wens om zowel op landelijk als op regionaal niveau de verbinding te leggen tussen onderwijs, RMC, zorg en participatie. Een sluitende aanpak en doorlopende ondersteuning helpen om kwetsbare jongeren perspectief op een diploma en werk te bieden. Op dit terrein worden in veel regio’s flinke stappen gezet maar het vergt voortdurende aandacht. Vanuit het Rijk ondersteunen wij deze beweging en zien wij belangrijke opgaven op, zoals uiteengezet in het IBO-rapport Jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt.’
Regio Noord-Kennemerland – trots op de verzuimcoach
De totstandkoming van een vsv-convenant vraagt tijd en aandacht. Brainstormsessies met samenwerkingspartners gingen er in Noord-Kennemerland dan ook aan vooraf. Uitgangspunt was dat succesvolle projecten uit de voorgaande convenantsperiode meegenomen en geborgd worden. Goed voorbeeld daarvan is Your Next Step, een intensief traject voor jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt dat al vijf edities kent. RMC-coördinator Selina van Holsteijn is trots op het succes van dit traject.
Trots is zij ook op de doorstart van de verzuimcoach voor anderstalige studenten in de Entree-opleiding. ‘Dat is een kwetsbare groep jongeren met een hoger verzuim dan gemiddeld. We hebben een verzuimcoach kunnen aanstellen die zich volledig richt op deze groep. Hij gaat preventief te werk op basis van klassenregistraties. Zodra blijkt dat een jongere zonder geldige reden niet op school geweest is, gaat hij erop af.’
In beeld
‘Dankzij de verzuimcoach hebben we veel meer zicht op deze groep jongeren’, zegt Van Holsteijn. ‘Ali loopt rond op school en maakt hier en daar een praatje. De studenten kennen hem en kloppen ook op eigen initiatief bij hem aan. Hij weet wat er speelt onder de jongeren. Er is meer preventief contact en meer aanwezigheid op school. Bovendien is er meer toegang achter de voordeur, wat heel waardevol is. Zo komen er ook (hulp)vragen in beeld op andere gebieden. Daar kunnen wij dan weer op inspelen.’
In het huidige vsv-convenant zijn ook afspraken gemaakt over de overstap van de internationale schakelklas (ISK) in het voortgezet onderwijs naar het mbo of een andere bestemming. Daarvoor zijn Uitstroomtafels ingericht. Van Holsteijn: ‘Rond april hebben we in beeld wie welke overstap gaat maken. Met elkaar – voortgezet onderwijs, RMC, Werk en Inkomen en het mbo, kijken we wat en wie een jongere nodig heeft voor een succesvolle overstap en voor de juiste begeleiding tijdens het vervolgtraject. Met de verzuimcoach is er contact over jongeren die vanuit de ISK doorstromen naar Entree.’
De verzuimcoach
Verzuimcoach Ali Choukair heeft een achtergrond in het jongerenwerk. Hij is geboren en getogen in Libanon en spreekt klassiek Arabisch, wat de communicatie met Syriërs en, tot zijn verbazing, veel Eritreeërs makkelijk maakt. Elke ochtend gaat hij langs bij de Entree-groepen voor anderstaligen en checkt de aanwezigheid. Jongeren die zonder reden afwezig zijn, kunnen direct een telefoontje of appje verwachten. Ook bij twijfel over de opgegeven reden neemt Choukair contact op. ‘Ik ben een goeie vriend, maar ook een strenge vriend’, zegt hij. ‘Ik sta naast de jongeren, stimuleer en motiveer hen. School is de basis, je hebt het nodig om verder te komen. Je moet er gewoon zijn. Verzuim is vaak een voorbode van problemen zoals schulden en criminaliteit. Tegelijkertijd kan verzuim ook het gevolg zijn van problemen. Daar probeer ik achter te komen, onder meer door op huisbezoek te gaan.
‘Mijn werk zie ik als ‘het nieuwe werk’. Vanuit mijn functie probeer ik problemen voor te zijn, de schoolmaatschappelijk werker komt in actie als er problemen zijn. Soms stuit ik op echt zware casussen. Ik maak dan de afweging wat ik bij me kan houden en wat ik overdraag aan de schoolmaatschappelijk werker. In dat laatste geval zorg ik voor een warme overdracht door bijvoorbeeld mee te gaan naar het eerste gesprek.
‘Het contact met de leerplichtambtenaar en RMC-trajectbegeleider is intensief. Elke twee weken spreken we elkaar. Als een student gemeld wordt bij leerplicht/RMC nemen zij contact met mij op. Samen bespreken we de casus en bepalen we de aanpak. Soms is het voldoende als ik het verder met de jongere oppak. Een andere keer komt het wel tot een gesprek met de leerplichtambtenaar of de trajectbegeleider en dan zit ik daarbij. Ik weet dan welke afspraken er gemaakt worden en zie er vervolgens op toe dat de jongere die afspraken ook nakomt.
‘Tijdens corona had ik elke dag contact met de mentor van een andere klas. We bespraken hoe het ging met de studenten, wie zich wel en niet hadden gemeld bij de online-lessen, hoe hun inzet was. Ik belde geregeld met alle studenten en bij zorgen of twijfel ging ik op voordeurbezoek.’De verzuimcoach lijkt zich te bewijzen. Het verzuim onder de anderstalige studenten is de afgelopen jaren gedaald van 45 procent naar 8 procent.
Regio Zuidoost-Drenthe – trots op Samen leren werkt!
De regio Zuidoost-Drenthe koos voor een vsv-plan op hoofdlijnen. Drie maatregelen werden benoemd met daarbinnen ruimte om projecten vorm te geven: Preventief, Curatief en Plusvoorziening. Succesvolle projecten uit vorige periodes zijn meegenomen.
Plusvoorziening
De extra impuls voor de Plusvoorziening loopt parallel met de intensivering van de samenwerking met het voortgezet onderwijs. RMC-coördinator Linda Westendorp benadrukt het belang daarvan: ‘Er is de laatste jaren te weinig aandacht geweest voor een passend aanbod voor overbelaste jongeren in het voortgezet onderwijs. Gevolg is dat er relatief veel jongeren uitvallen in het mbo. Vandaar dat we nu investeren in een Plusvoorziening voor jongeren uit zowel vo als mbo. Die voorziening positioneren we zo dicht mogelijk tegen het onderwijs aan zodat terugkeer mogelijk blijft. We besteden bovendien extra aandacht aan de kwetsbare overstap van vo naar mbo.’
Vanuit het ministerie kregen de RMC-regio’s de opdracht jongeren die een jaar eerder de school voortijdig verlaten hadden terug te leiden naar school of toe te leiden naar werk. Westendorp: ‘In onze regio gaat het om 250 tot 300 jongeren. We hebben ze allemaal in beeld en alles wat we doen, brengen we ook bij hen onder de aandacht. Het contact is intensief.’
Samen leren werkt!
Zeer intensief is het traject Samen leren werkt!. Na een zorgvuldige en kritische intake zijn 11 jongeren geselecteerd voor deze niveau 2-opleiding tot facilitair medewerker. Westendorp: ‘Het gaat om zeer kwetsbare jongeren die we twee jaar lang intensief begeleiden op school en gedurende de stage. Het is een samenwerking tussen Menso, het Drenthe College en Emco, het werkleerbedrijf van de regio Zuidoost-Drenthe. Op een speciaal hiervoor gehuurde locatie krijgen de jongeren elke ochtend les van docenten en coaches van het Drenthe College. ’s Middags steken ze de straat over en volgen ze een stage bij Emco. Als werkleerbedrijf beschikken zij over vrijwel alle onderdelen van het facilitaire werkveld. De studenten lopen stage in onder meer het bedrijfsrestaurant, bij de receptie, in de schoonmaak en de postkamer. In het eerste jaar werken ze elke zes weken op een andere afdeling. In het tweede jaar krijgen ze een reguliere stageplek in het vrije bedrijf of op een vaste afdeling van Emco.’
Geselecteerd worden voor Samen leren werkt! is een cadeautje, meent Westendorp. ‘Het is een duur traject. De groep is klein, er zijn veel professionals betrokken en de begeleiding is ongelooflijk intensief. Ik heb de indruk dat de jongeren het ook echt als een cadeautje ervaren. Ook de docenten, de stagebegeleiders en de trajectbegeleiders zijn enthousiast.’
De werkbegeleider
Hendrie Meijerink is leidinggevende op de afdeling montage, in- en ompak. Vanuit Emco is hij het aanspreekpunt voor Samen leren werkt!. Deze groep studenten van het Drenthe College past goed bij het bedrijf, zegt Meijerink. ‘Het is weliswaar een andere groep dan we gewend zijn omdat het niet de bedoeling is dat de jongeren bij ons blijven. Maar de begeleiding is eigenlijk hetzelfde. Al onze medewerkers, en dus ook deze stagiaires, beginnen bij het begin. Wat is een magazijn? Hoe werkt een palletwagen? Wat zijn ingrediënten? Hoe bereid ik een maaltijd? Welke schoonmaakmiddelen gebruik ik waarvoor? Voor het aanleren van dit soort vaardigheden is in het vrije bedrijf geen tijd. Hier zijn alle medewerkers opgeleid in het ontwikkelingsgericht begeleiden. Er is dus tijd en er is aandacht. Dat is waar deze jongeren van groeien.’
Meijerink is enthousiast over Samen leren werkt!. ‘Ik vind het altijd mooi om mensen verder te kunnen helpen in hun ontwikkeling. En voor mezelf is het ook leerzaam. Ik heb m’n netwerk kunnen uitbreiden en m’n kennis van het onderwijs verdiept. Dat is mooi meegenomen, toch?’
Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.