Artikel

Kamerbrief passend onderwijs

3 april 2023

‘Samen de schouders onder passend onderwijs’, zo luidt de titel van de Kamerbrief met 14 bijlagen. Hiermee komt minister Wiersma op een aantal onderwerpen van passend onderwijs terug zoals het verzuimbeleid dat inmiddels onderdeel is geworden van de verbeteraanpak passend onderwijs.

De minister geeft aan in de Kamerbrief dat hij het wetsvoorstel ‘Terugdringen verzuim’ aan gaat passen. Dit gewijzigde wetsvoorstel zal dan voor de zomer bij de Raad van State worden ingediend en in het najaar van 2023 in de Tweede Kamer. De ambitie is om in augustus 2024 de wetswijziging in werking te laten treden. Woensdag 5 april vindt het debat over passend onderwijs plaats.  

Verzuimbeleid op scholen 

In het aangepaste wetsvoorstel zal meer aandacht komen voor het verzuimbeleid op scholen. Eerder werd in het wetsvoorstel aanwezigheid centraal gesteld. Nu ligt de nadruk op dat elke leerling in staat moet zijn zich te ontwikkelen en daarvoor in beeld moet zijn. Hiermee wordt het woord ‘aanwezigheid’ vermeden maar de gedachte achter het ‘aanwezigheidsdenken’ overgenomen. De minister legt in zijn brief uit dat de omslag naar aanwezigheidsbeleid een positieve beweging is en een aantal goede voorbeelden heeft opgeleverd maar dat nog niet iedereen klaar is in de sector in de omslag naar aanwezigheidsbeleid. Hij geeft hierbij een voorbeeld hoe in de praktijk ‘aanwezigheid’ verkeerd begrepen kan worden.  

“Denk daarbij bijvoorbeeld aan een kind dat vanwege chronische ziekte niet 100% aanwezig kan zijn, waarbij in de goede invulling van de aanwezigheidsgedachte juist ook de belastbaarheid van een kind wordt meegenomen.” – Minister Wiersma 

Ingrado herkent dat de omslag in aanwezigheidsdenken tijd kost. Voor wie weleens de uitleg van Rene Halberstadt hierover heeft gevolgd, zal de uitspraak “Go slow, to go fast” hierbij herkennen. De minister geeft wel de ruimte aan de scholen om verder aan de slag te gaan met aanwezigheidsbeleid en gaat met betrokkenen in overleg hoe hij dit positief kan ondersteunen. 

Veranderende rol van de leerplichtambtenaar 

De leerplichtambtenaar van nu is allang niet meer de leerplichtambtenaar zoals die nog weleens wordt gezien, namelijk alleen in de rol van handhaver van de leerplichtwet. Het is in de huidige tijd meer een ondersteunende en maatschappelijke rol als procesbegeleider met daarbij een handhavende bevoegdheid als dat echt nodig is. Hoewel bij onze leden deze rollen in de praktijk laten zien dat ze goed verenigbaar zijn, wil de minister deze omslag stimuleren en denken over hij deze rol verenigbaar ziet. Wat Ingrado betreft een is dit een verkapt uitnodiging om eens in gesprek met onze leden dieper in te gaan op het werk van de leerplichtambtenaar.  

Vrijstelling 5 onder a 

Hoewel de minister in zijn brief niet ingaat op welke vrijstelling hij doelt, mag aangenomen worden dat hij doelt op het voorstel om de vrijstelling 5 onder a.  Uit het wetsvoorstel ‘Terugdringen verzuim’ handhaaft hij de variatie in de duur van de vrijstelling maar laat hij de verplichting van het onderwijswijskundig perspectief van het samenwerkingsverband los.  

Geoorloofd en ongeoorloofd verzuim 

De minister past het wetsvoorstel aan op het gebied van het verzamelen en inzicht krijgen in geoorloofd en ongeoorloofd verzuim. Hij heeft een afweging gemaakt over de proportionaliteit van het doel ten opzichte van het voorkomen van verzuim en de inbreuk op privacy. Het wordt hierdoor in het nieuwe wetsvoorstel niet meer mogelijk om het geoorloofd verzuim herleidbaar tot een leerling te delen met het samenwerkingsverband of de leerplichtambtenaar. Wel wordt het landelijk en regionaal mogelijk het geoorloofd, ongeoorloofd en luxeverzuim geaggregeerd op schoolniveau te verzamelen.

De minister geeft aan dat dit tot een beter landelijk inzicht leidt en een samenwerkingsverband of leerplichtambtenaar, bij een patroon van veel verzuim, deze gegevens kan benutten om in gesprek te gaan met een school of bestuur. Hiermee lijkt de minister alvast vooruit te lopen op het initiatiefwetsvoorstel van D66 waarin de ‘leerambtenaar’ een aanwijzingsbevoegdheid krijgt.  In deze gesprekken kunnen geen specifieke gegevens over het verzuim van leerlingen worden gedeeld. Wel kunnen zorgen worden besproken, ook als er alleen nog sprake is van zorgelijk verzuim, en kan samen worden gezocht naar het best passende aanbod voor een leerling. Een school mag dus altijd zorgelijk verzuim melden bij de leerplichtambtenaar en dit blijft een belangrijk instrument om jongeren te ondersteunen in hun recht op onderwijs en ontwikkeling.  

Deel dit artikel:

Vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.

GGerelateerde artikelen

Vraag en antwoord